Toevoegen aan bladwijzer

Door voortdurend te leren en te ontdekken en zo onzichtbare verbanden te leggen, kunnen we alles wat voorheen deel uitmaakte van de onbekende wereld observeren en identificeren. Op deze manier ondergaan we een metamorfose die vergelijkbaar is met die van insecten.

Het is erg lastig om de onschuldige gouden tor te onderscheiden van de meikever, waar men minder graag mee te maken heeft. Dit talent is dus alleen weggelegd voor de experts.

Met wat eenvoudige training kunt u deze twee kevers die vergelijkbare uiterlijke kenmerken, maar totaal verschillende gewoontes hebben (zie het vorige artikel over de gouden tor) misschien wel van elkaar onderscheiden.

De meikever* komt voor in een cyclus van drie jaar, vanaf mei, en wordt gevreesd door tuiniers en boeren omdat hij voornamelijk bladeren en wortels eet.

De meikever, die heel anders is dan de elegante en ongevaarlijke gouden tor, heeft slechte eetgewoonten en is daardoor de grootste nachtmerrie van iedereen die gewassen wilt verbouwen.

Meikevers komen lang niet meer zo vaak voor als vroeger, toen ze in grote zwermen te zien waren en kinderen hun poten vastmaakten met draden om te kijken hoe ze zich konden draaien.

De volwassen nachtbeestjes verschijnen in hongerige, zoemende groepen, op zoek naar tere blaadjes in fruitbomen en bossen.

Het vrouwtje komt even tevoorschijn, voedt zich snel met gebladerte, paart en keert weer terug naar haar geboorteplaats om haar eitjes diep in de warme, losse grond te leggen.

Uit zo’n eitje komt een maand later een witte larve met sterke kaken die gulzig eet van de plantenwortels, waardoor deze al snel afsterven.

Als hij eenmaal volgroeid is, verschuilt hij zich in een omhulsel dat bestaat uit een mengsel van speeksel en humus.

In deze schuilplaats groeit hij uit tot een meikever van drie centimeter, daarna leidt daarna een kort leven van dertig dagen en dan eindigt zijn die jaar durende odyssee.

Zijn uiterst goed ontwikkelde zintuigen bevinden zich op de vertakkingen van zijn twee antennes (een vrouwtje heeft zes vertakkingen, een mannetje heeft er zeven die tevens langer zijn).

Roofdieren zoals mollen, merels, egels en vleermuizen jagen op meikevers. De kleine steenuil van 65 gram die Claudine wordt genoemd, doet zich graag tegoed aan meikevers en verdient een speciale vermelding (bron: n°105 – La Hulotte).

Vreemd genoeg worden er in de landbouw kleine wormpjes (rondwormen) gebruikt die parasiteren op de meikeverlarven, die als gevolg zullen sterven.

Vanaf de vijftiende eeuw bemoeide de kerk zich ermee en dreigde de soort te excommuniceren, omdat ze gewassen vernietigden en op die manier hongersnoden veroorzaken.

Na het ploegen, stuurde men pluimvee het land op om larven te vangen. De jacht op larven werd daarom ook wel ‘het vetmesten van de kippen’ genoemd.

Er werden beloningen gegeven voor ‘hannetonnage’, het vangen van meikevers in bomen. (In 1835 werden er 300 miljoen kevers gevangen in het departement Sarthe.)

De meikever, die in jaren 60 grotendeels werd uitgeroeid door chemicaliën, is zeldzaam geworden, waardoor de dieren die op hem jagen op zeldzamer zijn geworden.

De junikever, een veel kleinere kever, komt wel nog voor in deze regio.

Uit enkele uitdrukkingen blijkt een dat de kever ook nog duidelijk aanwezig is in de Franse taal. Een van deze uitdrukkingen is ‘pas piqué des hannetons’, wat letterlijk ‘niet beschadigd door meikevers’ betekent en gebruikt wordt om iets te omschrijven dat heel opmerkelijk of goed is. Een andere uitdrukking is ‘étourdi comme un hanneton’, wat letterlijk ‘verstrooid als een meikever’ betekent en gebruikt wordt wanneer iemand in de war is.

Volgens insectenkenner Jean-Henri Fabre laat dit insect ons een nieuwe wereld zien, waardoor we het gevoel krijgen dat we mensen van een andere planeet ontmoeten. Ons volgende artikel zou u wel eens hetzelfde gevoel kunnen geven.

*Jules Renard (Histoires Naturelles)

Met toestemming van l’Est Eclair / Libération Champagne

Tekst en foto’s: Yves Meurville, headerafbeelding en de lay-out ©  MKoziol