Toevoegen aan bladwijzer

De stad heeft zijn huidige vorm sinds de zestiende eeuw, een belangrijke periode tussen de middeleeuwen en de renaissance.

Troyes is grotendeels een stad uit de zestiende eeuw, of uit de ‘beau XVIe siècle‘ (de mooie zestiende eeuw), zoals we hier graag zeggen. De architectuur en van stedelijke inrichting van de stad dateert uit deze belangrijke tijd tussen de middeleeuwen en de renaissance.

Vakwerkhuizen en herenhuizen

Troyes werd daarna verwoest door een grote brand, maar de verwoeste huizen werden vrijwel op precies dezelfde manier en op dezelfde plaats herbouwd. De rijkste inwoners van kozen voor materiaal dat beter bestand was tegen brand, waardoor we nu nog het verschil kunnen zien tussen de vakwerkhuizen van het volk en de stenen huizen van de rijke burgers. Hierdoor heeft Troyes dus zijn typische karakter gekregen.

De huidige stad komt dus overeen met die uit de middeleeuwen, waarvan het historisch centrum de karakteristieke vorm van een champagnekurk had. Hiermee leek bijna te worden voorspeld dat hier, in de buurt van Troyes, de beroemdste wijn ter wereld zou worden geproduceerd.

Een stad van vele eeuwen oud

Zo’n oude stad heeft echter niet alleen voordelen en brengt zelfs evenveel nadelen als verplichtingen met zich mee. Troyes is een stad die lange tijd aan zijn lot is overgelaten, waardoor de gebouwen uiteraard in verval raakten, de stad een sombere uitstraling kreeg en de inwoners ongemakken ervoeren. De stad verkeerde zelfs in zo’n slechte toestand dat men na Tweede Wereldoorlog extreme maatregelen moest nemen om alle onbewoonbare wijken en krotten af te breken.

De architectonische waarde van een eeuwenoude stad brengt echter ook verplichtingen met zich mee. We hebben de morele plicht om het erfgoed dat onze voorouders ons hier hebben nagelaten, te behouden voor toekomstige generaties. Net als Sisyphos, die voor altijd een rotsblok omhoog moet tillen, moet men het werk in Troyes voortdurend weer oppakken. Er is namelijk altijd wel ergens iets te repareren of te restaureren.

De gemakkelijke oplossing zou zijn geweest om het verleden uit te wissen en overal nieuwe gebouwen neer te zetten, maar in de jaren zestig begon men de onschatbare waarde van het erfgoed van Troyes, dat zo lang was verwaarloosd, in te zien.

De inwoners zijn trots op Troyes

Nu wordt hier niet meer over getwist, en zal niemand kritiek hebben op het restauratiewerk dat in de laatste decennia is verricht en dat in de laatste twintig jaar steeds sneller werd voltooid. Eén ding is zeker: de inwoners van Troyes zijn weer trots op hun stad – trots om hem aan bezoekers te laten zien, alle prachtige aspecten te tonen en al zijn geheimen te onthullen.

Deze schitterende stad beleeft nu misschien wel zijn vierde gouden eeuw. De twaalfde eeuw was er een van zowel commerciële en financiële groei als van een enorme intellectuele en culturele bloei. De zestiende eeuw was een periode van artistieke bloei en de negentiende eeuw was een periode van economische en industriële bloei met de fabricage van gebreide artikelen.

Over honderd of duizend jaar zullen historici misschien schrijven dat Troyes in de eenentwintigste eeuw nieuw leven werd ingeblazen toen het erfgoed en de indrukwekkende gebouwen werden gerestaureerd.

Deze wederopbloei zou dan recht voor onze neus plaatsvinden. De metamorfose van Troyes is zeker nog niet voltooid, maar er is nu al zo veel moois te zien in de stad dat we willen delen met onze lezers.

Waar een altijd aanwezig verleden met een stralende blik naar de toekomst kijkt.