EEN GROOTSE CHAMPAGNE heeft kleine bubbels (Nou ja, het is eigenlijk iets ingewikkelder.)
Sprankelend, bruisend, koolzuurhoudend… Zoals u weet, heeft champagne bubbels. Dit is een groot deel van zijn charme. Maar er zijn bubbels en bubbels. Moet u fijne bubbels hebben, of juist grote? Zo ja, hoe zorgt u daarvoor? En garandeert dit de kwaliteit?
Elke fles champagne bevat 9 gram aan opgelost kooldioxide (kooldioxide wordt ook wel CO2 genoemd). Dit ontstaat wanneer er suiker wordt toegevoegd tijdens de champagnebereiding. Het voor het blote oog onzichtbare kooldioxide zorgt ervoor dat er belletjes in het glas ontstaan. Dit is een natuurlijk chemisch proces, maar soms heeft het een beetje hulp nodig om op gang te komen. Wetenschappelijk onderzoek hiernaar heeft aangetoond dat het aantal bubbels toeneemt en dat deze kleiner zijn wanneer men de juiste champagne kiest en deze op de juiste manier serveert. Hieronder vindt u enkele basistips die u misschien zullen verrassen.
Veeg het glas goed schoon
Bubbels ontstaan door de ruwheid van het glas, de stofkorrels en de van de poetsdoek gescheurde vezels die op het glas achterblijven. Deze holle vezels vangen het kooldioxide op en geven dit vrij met een snelheid van tien tot vijftien belletjes per seconde. Aarzel dus niet om uw glazen goed schoon te vegen met een doek!
Houd de glazen schuin als u de champagne inschenkt
Wanneer champagne recht in een ‘flûte’ wordt gegoten, gaat 40% van het opgeloste koolzuurgas in de drank verloren. Als u de champagne schuin inschenkt, zoals bij bier, halveert u dit verlies, produceert u tot 200.000 extra bubbels en bespaart u tien minuten bruisen. Er vormen zich ongeveer een miljoen bubbels in een glas. Deze bubbels verdwijnen weer na twee of drie seconden.
Schenk de champagne niet in een ‘coupe’ of ‘flûte’
De bubbel wordt groter als hij naar het oppervlak van het glas stijgt. Hoe hoger het glas is, hoe langer de bubbel stijgt en en hoe groter hij dus wordt. Als u de fijnst mogelijke bubbels wilt creëren, moet u een glas kiezen dat lager is dan een ‘flûte’. Een ‘coupe’ lost dit probleem op, maar zorgt weer voor een ander probleem: hij verspreidt de aroma’s die door de bubbels naar het oppervlak worden gebracht. Een proefglas voor niet-mousserende wijnen lijkt in dit geval een goede oplossing.
Vermijd plastic
Verbied de plastic beker. Een plastic beker veroorzaakt ‘yeux de crapaud‘ (paddenogen). Dit is een suggestieve uitdrukking die men gebruikt om de grootste bubbels te beschrijven. Bovendien zullen de bubbels achterblijven op de randen van de beker.
Kies een oude champagne
Hoe ouder een champagne (ouder dan tien jaar), hoe meer koolzuurgas er vrijkomt door de kurk. Gerijpte champagne bevat minder CO2 en heeft fijnere bubbels wanneer hij wordt geserveerd. De koolzuurconcentratie zal ook lager zijn in een champagne waaraan minder suiker is toegevoegd tijdens het productieproces. De bubbels zullen dus minder groot zijn.
Serveer lauw
De bruisende bubbels die naar het oppervlak stijgen en uiteenspatten in druppels vol smaak – dat is een van de dingen waar we zo van genieten wanneer we champagne drinken. Dit verschijnsel doet zich het best voor bij middelgrote bubbels (in plaats van bij de fijnste bubbels) en wanneer men de champagne lauw serveert! Hoewel het wetenschappelijk bewezen is, wil natuurlijk niemand dit vreemde advies opvolgen. Elke seconde knappen er 400 bubbels aan het oppervlak van een glas champagne. Dit kan in een smal glas (flûte) wat intenser en minder aangenaam zijn dan in een breed glas (coupe).
Vergeet het theelepeltje
Als u de champagne voor later wilt bewaren zonder dat de bubbels verdwijnen, moet u geen theelepel in de hals schuiven: dit werkt namelijk niet. Sluit de fles gewoon met een luchtdichte kurk.
Liever een fijne bubbel dan een grote
Kun je een goede champagne herkennen aan hoe fijn de bubbels zijn? Tenzij u liever een oude champagne hebt dan een jonge, zegt de omvang van de bubbels niks over de kwaliteit van de drank. Fijne bubbels hebben over het algemeen de voorkeur uit esthetisch oogpunt. De stroom bubbels die opstijgt in het glas is echter een van de dingen die champagne zo bijzonder maakt.
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op het werk van natuurkundige Gérard Liger-Belair, hoogleraar aan de Universiteit van Reims Champagne-Ardenne, die al enkele jaren onderzoek doet naar de vorming van champagnebubbels.