“Saulte-Bouchon”: deze naam kreeg de mousserende wijn toen hij door monniken werd ontdekt in de 17e eeuw. Hij verliest zijn naam pas veel later, als de productie van dit soort wijn populairder wordt in de Champagnestreek.
Acht eeuwen geleden kwam Sint Bernardus van Clairvaux, de oprichter van de beroemde cisterciënzer abdij die tevens zijn naam draagt, op het idee de eerste wijngaard in de Aube aan te leggen. Om zijn wijnen te laten rijpen liet Sint Bernardus vervolgens de kelders van Colombé-le Se, dichtbij Bar-sur-Aube, bouwen. Deze bestaan nog steeds, zijn nog in goede staat en getuigen van het roemrijke verleden.
In 1975 werd de Commanderie opgericht in Troyes. Deze nam het wapenschild van Graaf Theobald IV van Champagne aan. Elk jaar bij de inauguratie worden er nieuwe leden tot Ridder van de Commanderie du Saulte-Bouchon geslagen.
Onder trompetgeschal en in gehuld in hun kleding van blauwe en goudkleurige velours, onderwerpt de Commanderie, voorgezeten door zijn Grootmeester, haar aspirant-leden aan de proef van de waarheid: het ‘ontkurken’ van de champagnefles op aangeven van de Bouchonnier.
Als het glas eenmaal onder toezicht van de Grand Bouteiller du Saule-Bouchon, vergezeld door de Porte-flûtes en de Grand Echanson, gevuld is door het aspirant-lid, moet hij de wijn beoordelen door te walsen, ruiken en proeven. Vervolgens zweert hij de eed van trouw.
De Chancelier komt naar voren en zet het rituele symbool voor hem neer: een imposante fles champagne van Methusalemformaat (6 liter).
Daarna rolt de connétable een perkamentrol af en leest met luide stem de inhoud voor aan de nieuwe Ridders, die beloven hun medaille en koord te dragen bij ceremonies die georganiseerd worden ter meerdere eer en glorie van de Champagne, tijdens ‘chapitres‘ en andere bijeenkomsten en de Champagne, ‘Koning der wijnen en de wijn der Koningen’, trouw te blijven.