Toevoegen aan bladwijzer

Schoorstenen tegen hemel

Wie voor de eerste keer naar Troyes komt is verrast om een stad te ontdekken die overschouwt wordt door kerktorens en fabrieksschoorstenen. De fijnste waarnemers zullen zich verbazen over de immense schoorstenen die soms zijn opgesteld in het midden van nowhere zonder zichtbaar spoor van een fabriek ernaast die elke nut lijkt te hebben verloren.

Al behielden er hun oorspronkelijke functionaliteit, zijn andere er inderdaad enkel voor het decor, met als doel om de getuigenis van het deel van de geschiedenis van Troyes te behouden. De zee heeft er zich teruggetrokken, maar de vuurtorens die de kust verlichten zijn er nog.

Dit is ook het geval van deze schoorsteen die haar hoge kolom bakstenen naar de hemel duwt onder de ramen van de zetel van de agglomeratie van Grand Troyes. Onwenselijk op het eerste gezicht, herinnert deze imposante waakhond dat het gebouw tot in 1994 een bonneterie herbergde dat toebehoorde aan de groep Devanlay.

Schoorstenen deden dienst als referentie van het lokale geheugen, maar ook oude ateliers die gemakkelijk herkenbaar zijn aan hun zaagdaken: het volstaat enkel meters buiten het centrum van Troyes te gaan om meerdere sporen van een deels verdwenen textielindustrie te ontmoeten. 

Het woord “overblijfselen” worden opzettelijk niet gebruikt want deze fabrieken hebben meestal hun kantoren omgevormd tot woningen. De architectonische en zelfs esthetische kwaliteit van deze gebouwen – want de bazen bonnetiers gaven vaak een bepaald cachet aan hun constructies – , net zoals het licht dat door de glazen ramen schijnt, de succesvolle omschakeling naar residenties of in bedrijfsgebouwen hebben bevoordeeld.

De link tussen het verleden en het heden is dus gearticuleerd tussen de triptiek van behoud, restauratie en herbestemming. Deze stedelijke mutatie waarin de locale architecten een bepaalde knowhow verwierven, is nog niet af.

Ze spreekt van een zuinige en ijverige stad, die verre van het tabula rasa maken met het verleden, de uitdrukking “vervallen industrie” bande uit haar woordenschat et die zich wist her op te bouwen , zoals een feniks uit zijn as.

Deze fabrieksgebouwen die Troyes hebben geleid en in haar voorsteden in de 19e en 20e eeuw hebben bovendien aangezet tot de ontwikkeling van een beschermingszone van het architectonisch, stedenbouwkundig en landschappelijk patrimonium. Bijkomend bewijs van de aanhechting van een stad aan een industrie die de welvaart heeft gemaakt en die de erfenis ervan niet verloochent.