Schrijvers
Christiaan van Troyes (12e eeuw, van 1135-1183)
Er is weinig bekend over het leven van de grootste Franse schrijver uit de middeleeuwen. In de jaren 1170 s hij een regelmatig bezoeker van het hof van Marie van Champagne. Hij is zeer ontwikkeld, is de schrijver van vijf romans in versvorm over koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel, en geeft een “christelijke” dimensie aan de Keltische mythen en de Arthur-sagen, waarin hoofse liefde gepaard gaat met de ridderlijke deugden.
Zijn werken: Erec en Enide, Cligès, Lancelot of de ridder met de kar, Yvain of de ridder met de leeuw, Perceval de Welshman of het verhaal van de Graal.
Godfried van Villehardouin (1167-1218)
Hij neemt deel aan de 4e kruistocht (1202-104), en is de schrijver van de beroemde kroniek “Histoire de la conquête de Constantinople” (Geschiedenis van de verovering van Constantinopel), het eerste prozawerk dat geschreven werd in de Franse taal.
Theobald IV “de Troubadour”, graaf van Champagne (1201-1253)
In 1234 wordt hij koning van Navarra, hij vertrekt in 1239 naar het Heilige Land, en weet de teruggave van Jeruzalem aan de christenen te bewerkstelligen.
Hij staat aan de basis van de oorlogskreet van de Graven van Champagne
– “Passavant le meillor”, (laat de dappersten naar voren treden). Hij is bekend om zijn ongelukkige liefde voor koningin Blanca van Castilië,maar ook om zijn liefdesliederen die de inspiratie vormen voor de belangrijkste thema’s in de hoofse dichtkunst.
Jean Passerat (1534-1602)
Als Professor Latijn en Grieks aan het Collège de France, geeft hij vanaf 1572 les aan het Collège Royal. Hij zou, met de gebroeders Pithou, juridisch raadgevers en geleerden uit Troyes, één van de auteurs worden van de “Ménippée Satire” een pamflet over de Algemene Staten van 1593, over de godsdienststrijd, tegen de Ligue en zijn excessen en voor de wettigheid van het koningschap van Hendrik IV.
Pierre de Larivey (1541-1619)
Pierre de Larivey, zoon van een Italiaanse immigrant, heeft Italiaanse komedies met een “Rabelais-achtig” tintje vertaald en aangepast, (Les Espirits, Le Morfondu – 1579, Les Tromperies – 1611). Vanaf 1585 richt hij zich op de godsdienst.
Pierre-Jean Grosley (1718-1785)
Pierre-Jean Grosley, lid van de “Académie Royale des Inscriptions et Belles Lettres” en chronisch ironisch, wordt door Voltaire zelf aangeduid als een “wijze en sprituele schrijver uit Troyes”.