In augustus 1944 verspreidde terreur zich als een lopend vuurtje.
Op 22 augustus werden 49 gevangenen uit de gevangenis van Troyes, voornamelijk verzetsmannen, uit hun cellen gehaald en zonder proces neergeschoten op het schietterrein van Creney-près-Troyes. Op 23 augustus werden 68 mannen, vrouwen en kinderen zogenaamd als vergelding voor een aanval op het konvooi vermoord door de SS in Buchères. Vervolgens werden hun huizen in brand gestoken. Op 25 augustus werden zes mannen en een vrouw doodgeschoten door de nazi’s in La Rivière-de-Corps. Op 27 augustus in Montreuil-sur-Barse werden dertien gijzelaars geëxecuteerd door het Afrika Korps. Op 28 augustus werden 24 inwoners van Mesnil-Saint-Père vermoord. Deze overweldigende lijst van martelaren uit de Aube beperkt zich natuurlijk niet tot deze plekken en periodes. De inwoners van het departement Aube, die zich verzetten tegen de bezetting, hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog een zware prijs moeten betalen voor hun dapperheid.
Dankzij de talloze bordjes en monumenten die in en rondom Troyes te vinden zijn, zullen deze gruweldaden nooit vergeten worden. De meest aangrijpende monumenten proberen een gezicht te geven aan de slachtoffers.
In Creney-près-Troyes is op enige afstand van de afgebrande huizen een monument opgericht in een ‘stiltegebied’, aan het einde van een straat waarlangs 53 bomen zijn geplant. Elke boom staat voor een van de slachtoffers die hier zijn gevallen (vier patriotten op 22 februari 1944).
Het martelaarschap wordt uitgebeeld door een knielende man die bijna naakt is, met zijn handen achter zijn rug en zijn hoofd naar de zijkant gekanteld in een Christus-achtige houding.
De witte kleur van de gedenksteen lijkt af te geven op de paden en velden.
Op het hoogste gelegen gedeelte van Laines-aux-Bois, weg van het dorp, is een elegant monument ter herdenking van de ‘vier van Montaigu’ opgericht. Ondanks zijn naam, zijn op dit monument de namen te vinden van de 27 verzetsstrijders van het netwerk Libération-Nord die tijdens de oorlog zijn omgekomen. In de sokkel die leidt naar een trap is een afbeelding van het verzet gegraveerd. Vier mannen staan in een vierkant met hun handen op de rug en de borst vooruit terwijl ze met mannelijke trots hun executie afwachten. Op elke hoek van de sokkel wappert een Franse vlag die waait in de wind van de Champagnevlakte, waar in de verte de stad Troyes te zien is.
Het Mémorial de Buchères waarop geen enkel mens is afgebeeld, valt op door de eenvoudige stijl: een lange pijl die hoog in de lucht is gericht waarop verticaal de namen van de slachtoffers van dit bloedbad staan. Dit zijn bijna evenveel slachtoffers als bij de gruweldaden in Oradour-sur-Glane – maar kan zo’n afschuwelijke gebeurtenis slechts worden teruggebracht tot cijfers?
Het Monument de la Résistance et de la Déportation in Troyes is het grootste en meest indrukwekkende monument van allemaal en doet denken aan werken uit de Sovjettijd.
Het monument lijkt de onveranderlijke kracht over te brengen die herdenking kan hebben wanneer men weigert te vergeten. Dit bestaat uit een vijftien meter lange muur die versierd is met een fries waarop vele symbolen staan – duidelijk geïnspireerd door Guernica van Picasso – en een aantal beelden, waaronder een staande man met gebalde vuisten die een verzetsstrijder voorstelt. Aan zijn voeten ligt een gedeporteerde. Deze beelden kunnen ook worden gezien als een symbool van leven en dood. Onder de staande man, kan men deze inscriptie lezen:
‘Médite et souviens-toi.’ (Reflecteer en herdenk)
Er is geen enkele naam in de steen gegraveerd, ter nagedachtenis van alle slachtoffers.
Op een bordje staat de complete tekst van de oproep van 18 juni. Het monument is te zien als u de binnenstad binnenkomt, tegenover de fontaine Argence.
Troyes is relatief gespaard gebleven van bombardementen. De enige sporen die nog te zien zijn, zijn de kogelgaten op de gevel van het gebouw op nummer 45 van Rue Émile Zola. Dit zijn sporen van het zwaar geschut dat Amerikaanse soldaten op 26 augustus 1944 moesten inzetten om de Duitsers die zich schuilhielden in dit tot militaire schuilplaats omgebouwde gebouw te verdrijven.